Aandacht voor tekstbegrip is in de werkwijze van Taalvorming o.a. verwerkt in de tekstbespreking. Na een taalronde kiest de leerkracht een van de zelfgeschreven teksten van de leerlingen uit om klassikaal te bespreken, op basis van een vooraf gekozen focus. Leerlingen leren hierdoor om kritisch naar hun eigen en andermans teksten te kijken en zich telkens af te vragen of de tekst duidelijk en begrijpelijk is voor anderen, dus om hun eigen ervaring zo precies mogelijk te beschrijven. Uiteindelijk gaat het om het vergroten van het tekstbegrip van alle leerlingen.
Daarnaast is het vak begrijpend lezen enorm in ontwikkeling. De inzet van leesstrategieën en het werken met een methode voor begrijpend lezen wordt op steeds meer scholen losgelaten, omdat blijkt dat leerlingen hierdoor niet per se komen tot beter of dieper tekstbegrip, om over leesplezier nog maar te zwijgen. De vraag wordt zelfs gesteld of je begrijpend lezen nog wel als apart vak zou moeten onderwijzen. Hoe moet het dan wel? We gaan samen met scholen op zoek naar wat past bij de betreffende kinderen en bij het team, als het gaat om tekstbegrip. We richten ons daarbij o.a. op effectieve manieren om te komen tot tekstbegrip en leesplezier. Wat we scholen bijvoorbeeld kunnen bieden, zijn voorbeeldtekstlessen in alle groepen en coaching van leerkrachten op het zelf verzorgen van tekstlessen binnen het thema waar op dat moment aan gewerkt wordt. Doordat het uitgangspunt telkens het gebruik van rijke, authentieke teksten is, en leerlingen actief praten en denken over de onderwerpen van deze teksten, bouwen ze aan een rijke taal- en ervaringsbasis en daarmee aan het verdiepen van hun kennis. Dit alles wordt ondersteund door theoretische achtergronden bij deze werkwijze (Van Koeven & Smits, 2020).