Taalvorming publiceert maandelijks een lesidee naar aanleiding van één van de tentoonstellingen die in een Amsterdams museum in de betreffende maand te zien is.
Bezoek aan het museum is voor het uitvoeren van het lesidee niet nodig. Wel hopen we dat door het uitvoeren van het lesidee de drempel voor scholen en ouders om de tentoonstelling te bezoeken lager wordt.
Taalactiviteiten halen de kunst in het museum dichtbij.
Deze keer een lesidee bij de tentoonstelling van Francis Alÿs in het Eye Filmmuseum. Wil je het lesidee printen om het te bewaren? Download het hier. Veel plezier!
Vliegen: in het Eye Filmmuseum is tot en met 8 maart de tentoonstelling Francis Alÿs – Children’s games te zien, een tentoonstelling met filmpjes uit alle streken van de wereld over kinderspelletjes. Veel bekende spelletjes, die kinderen in Amsterdam ook doen: steen-papier-schaar, tikkertje, stoelendans. Maar ook spelletjes, die we niet (meer) kennen zoals bikkelen en sprinkhanen in de lucht gooien. Kinderen die de tentoonstelling bezoeken beginnen gelijk te spelen!
Natuurlijk kun je met kinderen gaan vertellen over spelletjes die ze zelf doen: hoe gaan die precies / hoe spreek je regels af / spannende dingen die er gebeuren tijdens spelletjes.
Maar het kan ook anders. Het Afghaanse jongetje op de foto staat te vliegeren. Dat doen niet alle Amsterdamse kinderen meer, maar er gebeurt wel van alles in de lucht. Ook dat is een goed onderwerp om met kinderen over te vertellen, te tekenen en te schrijven. En het heeft een directe relatie met de foto, leuk om uit te proberen.
De volgende vragen zijn geschikt om een gesprek over te voeren, als je samen met de kinderen de foto goed hebt bekeken:
- Wie heeft er wel eens gevliegerd? Hoe ging dat?
- Op welke plek keek jij wel eens naar de lucht (toen je een geluid hoorde, toen het opeens donker werd, toen je op een uitzichtpunt stond, toen je een gevouwen vliegtuigje omhoog gooide…)
- Wat zag je precies? En hoe stond of zat je?
- Wat heb je wel eens door de lucht zien vliegen, terwijl jij op de grond stond?
- Wie kijkt er wel eens naar vogels in de lucht? Wat deden die precies?
Na het vertellen kun je een opdracht geven om een lijstje te maken, bijvoorbeeld: teken drie dingen die je wel eens in de lucht hebt gezien. Uit het lijstje kiezen kinderen dan één ding om over te vertellen in een tweetal. Na het vertellen kunnen ze een tekst schrijven en/of een tekening maken.
Doel
Praten naar aanleiding van een kunstwerk helpt kinderen hun associatievermogen te ontwikkelen. Het ontwikkelt de mondelinge taalvaardigheid, gespreks- en luistervaardigheden. Schrijven en/of tekenen van wat ze verteld hebben traint hun vermogen om woorden te geven aan wat ze willen vertellen: formuleren, afwegen welk woord het beste past, een tekst helder opbouwen.
Werkvorm: geluiden maken
Verdeel de klas in groepjes van 4 kinderen. Elk groepje bedenkt in korte tijd één geluid dat ze gehoord hebben dat met de lucht te maken heeft en een plek waar iemand dat geluid gehoord heeft. Elk groepje laat in de kring of voorin de klas het geluid horen en beeldt de plek uit. De klas raadt wat het geluid was en waar het gehoord is.
Deze werkvorm is geschikt na het gesprek in de kring, kinderen moeten op ideeën voor geluiden gebracht worden door een vertelkring.
Meer ideeën voor werkvormen nodig? Kijk in ons boekje Even snel, Taal en spel.