Hoe kun je spelenderwijs leerlingen uitdagen hun mondelinge taalvaardigheid uit te breiden? En werken aan woordenschat tijdens dramalessen? Drama docent Liesbet Bool werkte in groep 2/3 en in de schakelklas 3/4 met drama en kinderboeken. Elke keer neemt ze een ander boek mee.
De leerlingen en leerkrachten zijn zeer betrokken tijdens de lessen. De leerkrachten zien duidelijke ontwikkelingen bij de leerlingen: ze durven en kunnen zich beter uiten, ook de stille of minder talige kinderen. De leerlingen gaan steeds meer samenspelen, durven meer te zeggen en te fantaseren. Leerlingen hebben meer zelfvertrouwen en gaan gemotiveerd naar de (school) bieb.
Tijdens de evaluatie geven de leerkrachten aan dat ze deze lessen zelf willen kunnen geven en een vast onderdeel willen laten uitmaken van hun taalonderwijs. Liesbet coacht hen. Wat ze willen kunnen na de coaching:
- een beter evenwicht in hun lessen kunnen brengen: meer aandacht besteden aan fysieke opdrachten en een goede afwisseling tussen verbale en non-verbale opdrachten inbouwen
- meer kijkopdrachten leren geven aan het publiek: voor een optimale betrokkenheid en taalopbrengst
- de ingrediënten leren benoemen die je verwacht van het spel van de leerlingen, zodat ze beter aan deze verwachtingen kunnen voldoen
- veel vragen leren stellen aan de leerlingen zonder van te voren in te vullen
- zelf durven spelen als leerkracht samen met een leerling
- aan de haal durven gaan met het verhaal en de illustraties, zodat het meer van de leerlingen zelf wordt
Tijdens de coaching werken leerkrachten met zelf gekozen boeken en krijgen ze veel ruimte om hun leervragen tijdens de lessen te oefenen. Leerkrachten geven in de evaluatie aan dat ze drama nu doelgericht kunnen toepassen. Een leerkracht zegt: ‘Door de coaching durf ik nu hoge verwachtingen te hebben binnen een dramales, omdat ik weet wat het resultaat kan zijn. Dit komt omdat ik geleerd heb structuur in de lessen aan te brengen en ik weet nu waar ik allemaal op moet letten. Ik durf nu echt het verhaal uit het boek los te laten en in te gaan op datgene wat de leerlingen inbrengen. Ik ben niet meer bang dat ik het verhaal niet afkrijg of de grote lijn verlies. Ik ben mijn gêne kwijt. De leerlingen zijn super enthousiast, omdat de lessen echt uitnodigen tot spelen.’